Taart voor jubilerende Tiel Zwalve

Taart voor jubilerende Tiel Zwalve

Hij is opgegroeid met de brandweer, zegt hij zelf, want zijn vader was een enthousiast lid van het korps. Voor Tiel Zwalve was het daarom al vroeg duidelijk dat hij ook brandweerman wilde worden. Vanaf zijn zeventiende probeerde hij al bij de brandweer te komen, maar dat kon nog niet omdat hij eerst zijn opleiding mbo elektrotechniek moest afronden. Toenmalig commandant Tom Bakker liet hem daar niet op wachten en zorgde ervoor dat hij toch eerder als aspirant-brandwacht aan de opleiding kon beginnen. Die duurde iets langer dan normaal omdat de militaire dienstplicht er tussendoor kwam.

Achteraf was dat een verloren tijd: ,,Ik had heel dienst niet in gehoeven, sukkel dat ik ben, maar dat wist ik niet. Omdat ik bij de brandweer was, had ik vrijstelling kunnen krijgen, zei Bakker later.” Hij mocht wel vervroegd uit. Het kostte wel enige moeite, maar toen er een vervanger kwam die zijn functie als verbindingsofficier kon overnemen, mocht hij niet veel later dienst uit.

Op de jaarlijkse korpsavond in 1990 kreeg hij zijn officiële aanstelling. Sindsdien bereikte hij door het volgen van cursussen zijn huidige rang als brandmeester en zijn functie als bevelvoerder. Daarnaast is hij instructeur-docent in Gooi en Vechtstreek. ,,Het is leuk als je nieuwe mensen wegwijs kunt maken in het brandweervak.”

Als lid van de Vereniging Vrijwillige Brandweer van Soest heeft hij zich onder meer sterk gemaakt voor het restaureren en behouden van de oude nevelspuit (,,mijn kindje”) en was hij lid van onder meer de bar- en de multimediacommissie en de historische commissie. Ook leverde hij bijdragen aan het langjarig verschenen, maar uiteindelijk opgedoekte verenigingsblad Het Verademingsventiel. Jammer vindt hij het dat de animo voor de vereniging minder is geworden. ,,De mensen zijn veel meer bezig met zichzelf, de sociale contacten zijn veel behoudender.”

In verband met de coronaregels kwam namens de vereniging alleen bestuurslid Edgar van Wijk de jubilaris een taart en zijn echtgenote Sonja bloemen aanbieden. Uiteraard werden herinneringen opgehaald aan de afgelopen dertig jaar. Zijn eerste uitruk kan hij zich echter niet meer herinneren, wel enkele van de meest heftige uitrukken die hij heeft meegemaakt. Niet alleen branden, waarvan die in 1991 waarbij restaurant La Grande Bouffe op de hoek Soesterbergsestraat-P.C. Hooftlaan tot de grond toe afbrandde, hem het meest is bijgebleven, maar ook de vele verkeersongelukken, zoals een frontale botsing op de Biltseweg.

Hij heeft de tijd nog meegemaakt van de decentrale uitruk (,,een mooie tijd”), heeft het ondanks alle veranderingen van BRUL (Brandweer Utrechts Land) naar VRU (Veiligheidsregio Utrecht) nog steeds naar z’n zin in zijn naar professionaliteit neigende hobby, waarvan hij het onverwachte het boeiendst vindt. ,,Maar de brandweer wil alles standaardiseren, maar een uitruk is niet standaard.” Hij ziet nu dan ook dat men langzaam teruggaat naar de technieken van jaren eerder omdat die toch goed zijn gebleken. Als voorbeeld noemt hij dat destijds het credo was zoveel mogelijk ventileren, nu is het weer alles zoveel mogelijk dicht houden.

Ten slotte nog een beroemd verhaal als ,voorman’ van oude nevel. ,,We waren hem aan ’t schoonkrabben. Ik was aan de wielkast bezig. Op een gegeven moment kwam er onder water uit. Dat bleef maar doorlopen. Dat kon niet uit de tank komen, werd er gezegd, want die was allang leeg.” Zwalve heeft toen een vinger in het gat gestoken om de lekkage te stoppen terwijl iemand een pompje en een slangetje ging halen. Hij kwam als geroepen, want z’n vinger was inmiddels blauw geworden. En de lege tank bleek nog bijna helemaal vol te zijn met 1.500 liter…..

Hij blijft nog vijf jaar want hij stopt met 55. Dan blijven de herinneringen aan de brandweer waaraan hij het mooiste heeft overgehouden: zijn vrouw Sonja die hij heeft leren kennen op de kazerne waar zij toen werkte.

© Copyright Jan van Steendelaar ~ Eempers